Afrikaanse ritmes

Auteur: 
Tanja Lagerström
Verschenen in Pyramide: 

De gezichten staan gespannen. De zelfgemaakte Afrikaanse maskers hangen aan de muur en de kinderen van groep 5 zitten klaar met hun djembé. Eén van hen is gekozen om dirigent te zijn; ze wacht tot het stil is en geeft dan het teken om te beginnen. De compositie die de groep speelt is door de klas zelf gemaakt. Geconcentreerd spelen de leerlingen de Afrikaanse ritmes, afgewisseld met een ‘shout’ in het Swahili.

Het optreden is de afronding van een vijf weken durend project rondom Afrikaanse kunst en muziek. De ouders zijn naar school gekomen om het resultaat te bekijken en beluisteren. Dit project was een samenwerking tussen twee kunstvakken: handvaardigheid en muziek binnen het thema ‘Waar we zijn, in tijd en ruimte’, een van de jaarlijks terugkerende thema’s binnen de filosofie van het International Baccalaureate (IB), op basis waarvan wij hier werken. Voor het vak muziek heb ik het thema gekoppeld aan ‘inheemse instrumenten’ en meer specifiek aan Afrikaanse drums en ritmes.

Bij handvaardigheid hebben ze de Afrikaanse maskers gemaakt. Elke leerling kreeg voor muziek de opdracht een afbeelding op te zoeken van een instrument uit zijn of haar land van oorsprong en die naar mij te mailen. Deze foto’s hingen we aan de muur in het lokaal en elke week heb ik een van de instrumenten toegelicht met een YouTube filmpje.

Daarnaast hebben we Afrikaanse drumpatronen geoefend op djembés en samen gedurende de vijf weken van het project naar een compositie toegewerkt, met behulp van fruit-ritmekaarten: pear, ap-ple, wa-ter-me-lon. Hierbij kwam notatie aan de orde: vanuit de fruitafbeeldingen naar traditionele notatie. De patronen wisselden elkaar af, afgebakend door een break: ‘Wat voor fruit lust jij graag’ in Swahili: ‘U-na pen-da tun-da’n ga-ni’.

Vorige week kregen we als kunstvakdocenten de opdracht om onze jaarplanning in kaart te brengen binnen het kader van de IB-thema’s. Een jaar geleden zou ik me geen raad hebben geweten met die opdracht, maar nu ik vat begin te krijgen op de trans-disciplinaire thema’s, word ik enthousiaster. Ik ervaar steeds meer hoe deze thema’s een kapstok vormen, waaraan elke willekeurige leerinhoud kan worden opgehangen. De leerling ervaart de leerinhouden als relevant omdat deze passen bij wat er tegelijkertijd wordt geleerd in andere lessen. Dat is het grote winstpunt van deze aanpak.

In het project ‘Afrikaanse kunst en muziek’ heb ik ritmische notatie kunnen behandelen; niet in de zin van ‘Nu gaan we leren hoe de kwartnoot eruit ziet’ maar vanuit de relevantie van het moeten aanleren van een vaardigheid (djembé spelen) om het thema (wereldmuziek) vorm te kunnen geven. Want, laten we eerlijk zijn, wie kan er nou lyrisch worden van de schoonheid van de kwintencirkel, of het principe van boventonen, van muziek ‘pur sang’? Alleen die rare muziekfreaks, wij musici en muziekdocenten dus.

Ik maak daarom dankbaar gebruik van deze mogelijkheid om een vertaalslag te maken naar de leefwereld van het kind. Het concert met de Afrikaanse ritmes en maskers is in elk geval voor eeuwig in de geheugens van de kinderen, de ouders en de smartphones vastgelegd.

Tanja Lagerström is muziekdocent en stafmedewerker bij de International School in Lund, Zweden.

Reacties

Reactie toevoegen

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.