Een dag bij de Kathedrale Koorschool in Utrecht

Auteur: 
Saskia van der Meer
Foto's: 
Saskia van der Meer
Verschenen in Pyramide: 

Op de Kathedrale Koorschool in Utrecht werd een aantal jaar geleden geopperd of het niet goed zou zijn hun muziekonderwijs volgens een bepaalde methode te doen, vertelt Margareth Iping, muziekdocent aan deze school. Zij kwam al snel tot de conclusie: “Er bestaat geen methode voor zo’n school als wij zijn. De bestaande muziekmethoden zijn gericht op basisscholen waar elke week een keer muziekles wordt gegeven, maar wij doen elke dag aan muziek.” De methoden houden rekening met de doelen voor muziek die zijn opgesteld door de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). De Kathedrale Koorschool voldoet daar al ruimschoots aan.

Op aanraden van iemand uit het schoolbestuur besloot Iping, die eerder een zangopleiding aan het conservatorium en de pabo voltooide, de oriëntatiecursus Muziek als Vak te doen aan het conservatorium in Den Haag. Daarna deed zij ook nog de volledige masteropleiding. “Mijn vooroordeel dat het heel streng en schools zou zijn, bleek niet te kloppen. Ik ontdekte dat de Kodály-werkwijze juist heel speels is en appelleert aan wat de kinderen al kunnen. Er gebeurt ook veel met beweging.” Daarna is het balletje gaan rollen. Omdat Margareth vond dat de Kodály-werkwijze goed paste bij de Koorschool, is de samenwerking gezocht met het conservatorium in Den Haag. Docent muziektheorie en -educatie Danël Salbert geeft nu les op de Koorschool. “Dat is voor onze school heel goed maar ook voor Daniël zelf. Als docent is het voor hem goed om ook te werken met de doelgroep waar hij als docent over praat. Daarnaast kunnen zijn studenten bij ons stage lopen.”

De Kodály-werkwijze is nu volledig geïntegreerd in het onderwijs op de Kathedrale Koorschool in Utrecht. Over het verschil met hoe het voorheen ging, vertelt Iping: “Wat ik zie is dat de kinderen makkelijker bewegen en met veel meer plezier de muzieklessen volgen. Toen we begonnen met de spelletjes was er eerst wel wat ongemak bij de kinderen want dat hadden ze nog nooit gedaan. Groep 7/8 is wel serieuzer, maar als ik lesgeef, zeg ik altijd ‘eerst gaan we serieus aan het werk en aan het eind van de les doen we een verzoeknummer.” Ze vragen dan altijd om de spelletjes die ze in groep 5 hebben geleerd, een kringspel met poortjes, of een bal doorgeven. Die spelletjes zijn voor hen misschien wat kinderachtig, maar toch hebben zij er nog altijd heel veel plezier in.” Wat ook veranderde, is dat de leerlingen niet meer vanuit een map zingen, maar gebruikmaken van het digibord. Uiteindelijk leren ze alles uit het hoofd.

Een dag meekijken op de kathedrale koorschool Utrecht

Hoe ziet het muziekonderwijs volgens de Kodály-werkwijze op deze koorschool eruit en wat kunnen wij daarvan meenemen in het muziekonderwijs op een ‘gewone’ basisschool? Ik mocht een dag meekijken.

Reportage

Het is kwart voor negen als ik aanbel bij het mooie monumentale pand waarin de Kathedrale Koorschool van Utrecht gevestigd is. Als de deur opengaat, is het nog stil in het gebouw. Normaliter zouden er al kinderstemmen klinken, maar het koor van de leerlingen uit groep 7 en 8 repeteert deze ochtend in de kathedraal met de heren van het Kathedrale Koor Utrecht. De school werkt samen met dit koor, leerlingen uit groep 7 en 8 zijn aspirant-lid. Ik maak kennis met de twee muziekdocenten Leander Schoormans en Daniël Salbert die ik vandaag mag volgen tijdens hun muzieklessen. Als het bijna tijd is voor de eerste muzieklessen, beklimmen we de treden naar de eerste verdieping waar we in een mooie hoge zaal komen met aan een kant een kooropstelling met bankjes, op drie hoogtes neergezet. Er staat een vleugel en verrijdbaar digibord, verder is het leeg: genoeg plek voor bewegingsactiviteiten bij de verschillende liederen.

Stipt kwart over negen komt de jongste leerlingengroep binnen, de combinatiegroep 4/5. Als iedereen op de bankjes zit, zet Leander aan de vleugel het eerste lied in. De leerlingen zingen vol enthousiasme het welkomstliedje en beginnen spontaan met de bijbehorende bodypercussie. Daniël Salbert zingt dwars door de leerlingen heen. Als de laatste toon is gezongen, schieten de vingers de lucht in. Alle leerlingen weten wat er is gebeurd: de meester heeft in canon gezongen! Vervolgens zingen de kinderen in hun denkstem. Dit is een onderdeel van de Kodály-werkwijze waarbij leerlingen bepaalde woorden uit de tekst niet hardop maar ‘in hun hoofd’ zingen. Het is de bedoeling dat ze in de maat blijven en dat iedereen op hetzelfde moment weer verder zingt. De leerlingen hebben dit duidelijk vaker gedaan en mogen om de beurt kiezen welk woord dit keer in de denkstem moet worden gezongen.

Daarna is het handzingen aan de beurt. Op het bord staat het trappetje van de zangnamen do re mi et cetera. Daniël wijst de zangnamen aan en meteen schieten de handen de lucht in om handzingend mee te doen. De handbewegingen zijn een steun voor de zangnamen, maar twee dingen tegelijk doen blijkt nog niet zo makkelijk. Bij het lied ‘Dubbel dit dubbel dat’ moeten de kinderen de juiste zangnamen zingen. Waar ze eerst uit volle borst meezongen, gebeurt dat nu niet. Het liedje vertalen naar zangnamen is lastig. Het lied is de introductie van de tonen so en mi. Nu leerlingen deze tonen in een bekend liedje hebben gezongen, is het tijd om ze van blad te zingen. Op het digibord verschijnt nu bladmuziek en de leerlingen zingen op de tonen so en mi.

Vervolgens zetten de kinderen het lied ‘Piñon Piñon’ in. Een aantal kinderen zingt een stukje solo en Daniël speelt tijdens het zingen met vraag-antwoord. Er volgt een leuke dans waarbij niet de dansexpressie, maar de muziek centraal staat. In een kring dansen de kinderen hand in hand, naast elkaar en om elkaar heen. Tot slot spelen de leerlingen samen de muzikale versie van ‘wie is de leider’. Op muziek geeft één leerling de bewegingen aan. Het kind in het midden van de kring moet raden wie de beweging inzet. Een erg leuke muzikale variant van een alom bekend spel.

Deze les aan groep 4/5 is een goed voorbeeld van de lessen die ik vandaag mag meemaken. De introductie van de Kodály-werkwijze en de samenwerking met het Koninklijk Conservatorium van Den Haag startte in het schooljaar 2016-2017. Nu, zes jaar later, werkt Daniël Salbert gedetacheerd vanuit het conservatorium nog steeds met veel plezier op de koorschool, vertelt hij. Hij doet dat samen met muziekdocenten Margareth Iping en Leander Schoormans, laatstgenoemde liep ook stage op de koorschool en kon dit schooljaar mede dankzij de NPO-gelden aanblijven. Samen stellen zij de doelen en ontwikkelen het bijbehorende programma. Daniël Salbert: “Het hoofddoel is om leerlingen meerstemmig harmonisch bewustzijn bij te brengen en op het gebied van solfège zo ver mogelijk te komen. Er is altijd een spanning tussen solfège en repertoire. Hoofdzaak is dat de basis goed en solide is zodat daarop verder kan worden gebouwd.”

Voor de lessen op de koorschool is zingen de basis. De kinderen oefenen het solmiseren en van blad zingen vanuit gekend repertoire. Dit zie ik gebeuren in de les aan groep 6. Zij zingen het lied ‘Old MacDonald Had a Farm’, en van daaruit gaan zij solmiseren. Eerst zingen ze het lied in de zangtaal: op de relatieve notennamen do-re-mi-fa-sol-la-ti-do. Daarna doen ze oefeningen: op aanwijzen van Leander zingen de kinderen de intervallen van sol naar do, van sol naar re en tenslotte van sol naar mi. Daarna solmiseren de kinderen aan de hand van ritme en letters. “Hé dat ritme wat we nu zingen, waar kennen we dat van?”, vraagt Leander. Een enkele vinger gaat de lucht in. “Van Viva la musica!” Een mooiere lesovergang kun je niet hebben. De leerlingen zetten ‘Viva la musica’ in en na het zingen analyseren ze het lied. Waar bouwt de muziek op? Waar moeten we naartoe zingen met ons volume? Als dat goed zit, zingen ze het in canon.

Groep 7 komt een beetje zuchtend binnen, “Meester, we hebben vanochtend al gezongen!” Toch zorgt deze groep niet veel later voor het eerste kippenvelmomentje van de dag met het lied ‘Long Is Our Winter’. De kinderen zingen dit mooie lied eerst gezamenlijk waarbij nog een kleine aanwijzing wordt gegeven over de dictie. Daarna bekijken ze samen de bladmuziek wat beter. Waar is de hoogste noot? Kunnen we daar ook met elkaar naartoe zingen? Door deze korte analyse en opdracht komt er meteen meer gevoel in de muziek en dus kippenvel op mijn armen.

Dat de groep al een paar lesjaren verder is dan groep 4/5 is goed te zien bij het handzingen dat volgt. De leerlingen kijken met geconcentreerde gezichtjes naar de handen van Daniël die elk een eigen zanglijn aangeven. De ene helft van de groep zingt met de linkerhand mee en de andere helft met de rechterhand. Dit vergt ook van de leerkracht de nodige kunde.

In elke les wordt ook aandacht besteed aan ritme in de muziek. In de les van groep 7 krijg ik een introductie in ritmetaal, oftewel Takadimi: het zingen op woorden die zijn samengesteld uit de lettergrepen ta, ka, di of mi. Daniël vraagt de leerlingen om de bladmuziek die op het digibord is verschenen in ritmetaal te zingen. Vooral in de jongere groepen zie ik dat muziek maken en een goed ritmegevoel opbouwen, gepaard gaan met bewegingsactiviteiten waarbij leerlingen de muziek fysiek ervaren. Groep 4/5 danst enthousiast op ‘Piñon Piñon’ en in groep 6 hoeven leerlingen niet stil te blijven zitten op het swingende Ghanese lied ‘Senwa Dedenda’. Als in groep 7 de concentratie wat zakt, waarschijnlijk door de ochtendrepetitie, kijken leerlingen om zich heen en wiebelen ze op hun zitplek. Ze worden tot de orde geroepen: ‘Goed in de zanghouding zitten’. De leerlingen verschuiven naar de rand van de bank en zetten beide voeten op de grond.

Afsluiten met koorles

Alle groepen hebben aan het einde van de dag koorles. Naast liturgisch repertoire bouwen zij ook kinderkoorrepertoire op. Dat de leerlingen vaak samen zingen wordt mij al snel duidelijk als ik de koorrepetitie van groep 7/8 bijwoon. Ze starten met een vierstemmige canon en niet veel later werken ze aan een tweestemmig stuk. Daniël schaaft aan het volume, de groepen zingen niet even luid waardoor de tweestemmigheid niet mooi uitkomt. Ook legt hij het verschil uit tussen licht staccato en legato zingen. Het is duidelijk dat de leerlingen die termen kennen, want na deze aanwijzing verandert het timbre van het lied. Ik krijg voor de tweede keer vandaag kippenvel. Aan het einde van de les zingen de leerlingen ‘Brixton Market’, waarbij het spel met vraag en antwoord een grote rol speelt. Om ook de rusten goed uit te laten komen, moeten de leerlingen op elke rust klappen. Dit is niet zo makkelijk, zeker niet bij achtste rusten in de muziek. Maar de leerlingen hebben duidelijk veel lol met elkaar.

Wat opvalt tijdens de repetitie is dat Daniël niet snel tevreden is. De verwachtingen zijn hoog en deze worden door de leerlingen waargemaakt. Erg leuk om te zien dat de lat dus best hoog gelegd mag worden.

Als de koorrepetities voorbij zijn, komt groep 8 het lokaal in voor de repetitie voor de Matthäus Passion. Zij zullen als kinderkoor gaan zingen in Amersfoort en Katwijk. Door de coronapandemie is er weinig ervaring opgedaan met optreden en is ook de muziek van de Matthäus Passion nog niet eerder voorbijgekomen. De leerlingen moeten dus nog hard aan de bak om de muziek goed in hun systeem te krijgen. Naast het koor is er een aantal leerlingen dat in een kleiner koortje zingt tijdens de Matthäus Passion, zij repeteren nog apart hiervoor. Dit zijn leerlingen die hebben aangegeven graag solo te zingen. Op deze school is solo zingen niet verplicht, kinderen kunnen aangeven of ze dat willen, in de les en/of tijdens optredens.

Als alle leerlingen om drie uur weer richting huis vertrekken, heb ik ontzettend gevarieerde muzieklessen meegemaakt met steeds dezelfde ingrediënten: zingen in canon, bodypercussie, muziek lezen, handzingen, solmiseren en heerlijk bewegen op muziek. Veel onderdelen zijn in de muziekles op ‘gewone’ basisscholen te integreren. Samen bewegen op muziek en het gebruik van de denkstem kun je in elke groep toepassen. Canon zingen vind ik sowieso een hit. Het gebruik van ritmetaal is denk ik ook goed toe te passen op de gewone basisschool. Ik werk zelf graag met ritmes lezen en schrijven aan de hand van spelletjes met fruit, dat is goed te doen. Voor de echt enthousiaste groepen en leerkrachten is er natuurlijk het handzingen en solmiseren. Ik heb gezien dat starten vanuit een bekend liedje voor het solmiseren uitstekend werkt. Dat ga ik zeker zelf eens proberen!

KADER

Meerstemmig zingen in basisonderwijs

Als je meerstemmig zingen methodisch aanpakt, kunnen alle kinderen dat leren, zegt Margareth Iping: “Meerstemmig zingen met de leerlingen kan al vanaf de kleuterleeftijd. Geluiden produceren in een afgesproken ritme kan een tweede ‘stem’ vormen. Bijvoorbeeld een groep zingt een eenvoudige melodie in vierkwartsmaat, en de andere groep doet een beweging met een geluid, bijvoorbeeld sshh-sshh- sshh met telkens de lengte van twee tellen. De volgende stap is dan wel met zingen, bijvoorbeeld een groep zingt de melodie, de andere groep houdt zingend één toon aan. Daarna kun je meerdere activiteiten tegelijk introduceren, zingen en de hartslag klappen, of zingen en op de tel stappen, een groep stapt, de andere groep zingt, en op den duur kunnen ze het gelijktijdig proberen.”

KADER 2

Zoltán Kodály (1882-1967)

Zoltán Kodály is een Hongaarse componist met een specifieke visie op muziekonderwijs. Zijn uitgangspunt is dat het leren zingen, lezen, schrijven, begrijpen en plezier beleven aan muziek voor elk kind mogelijk moet zijn. Het is geen methode, maar een werkwijze met een aantal principes waarmee op structurele wijze muzikale vaardigheden worden aangeleerd en een uitgebreid liedrepertoire wordt opgebouwd.

KADER 3

Kathedrale Koorschool Utrecht

De Kathedrale Koorschool is in 1959 opgericht als jongensschool om het Kathedrale Koor Utrecht van zangers te kunnen voorzien. Enkele jaren daarna waren ook meisjes welkom. Nu mag iedereen vanaf groep 4 een stemtest komen doen. Tijdens de auditie moeten aspirant-leerlingen laten horen dat ze toon en wijs kunnen houden en dat ze een ritme kunnen reproduceren. Voor extra ondersteuning bij de cognitieve vakken is weinig ruimte, daarom wordt ook gekeken naar overige schoolresultaten. Na de koorschool stromen de leerlingen door naar een gewone middelbare school. Als ze dat willen, kunnen ze lid blijven van het Kathedrale Koor Utrecht.

Saskia van der Meer is vakleerkracht muziek en staat als groepsleerkracht voor groep 5/6.

Reacties

Reactie toevoegen

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.