Saxofoonles zinvol voor kinderen met beperking

Auteur: 
Annemarieke Heeren
Foto's: 
Annemarieke Heeren
Verschenen in Pyramide: 

In 2008 was ik als logopedist werkzaam bij Kentalis Signis ALS, een school voor kinderen met een auditieve en communicatieve beperking.
Op een dag nam ik mijn saxofoon mee naar school om te gebruiken tijdens individuele hoortrainingen. Het effect bleek groots. De meeste leerlingen hadden nog nooit een saxofoon gezien. Bovendien bleken zij de saxofoon te kunnen horen en de trillingen ervan te
kunnen voelen. De kinderen werden blij en enthousiast van het instrument en het lokte veel reacties uit. De allerjongste kinderen van tweeëneenhalf tot vier jaar met problemen in hun taalvoorwaarden (oogcontact, aandachtspanne, het om beurten reageren en afwisselend de rol van de spreker en luisteraar op zich nemen [beurtwisseling]), lieten ineens vaardigheden zien die voor hen opvallend
waren. Zo maakten sommigen ineens oogcontact, gebruikten hun stem en deelden hun plezier. In deze groep is dat geen vanzelfsprekend gedrag. Het had op dat moment een meerwaarde voor de logopedische behandeling.

Het bracht me op een idee. Mijn logopedistenteam had toendertijd een saxofoonworkshop gevolgd bij saxofonist Hein Pijnenburg. Hein geeft al ruim twintig jaar workshops aan bedrijven en scholen. Ik vroeg hem om zijn programma aan te passen voor de doelgroep van Kentalis. Dat was het begin van ons ‘(H)oorsax’-project.

In 2012 ging het project met subsidie van verschillende fondsen en steun van Stichting Kentalis van start. De missie van het project is om instrumentaal muziekonderwijs beschikbaar te maken voor de
doelgroep van Kentalis, het cluster 2-onderwijs (zie kader op bladzijde 12). Vanuit de visie dat muziek geschikt is voor iedereen, biedt (H)oorsax voor ieder kind een project op maat aan.

Project (H)oorsax

Het project bestaat uit vier lessen instrumentaal muziekonderwijs. In overleg met de cultuurcoördinator van de school kiezen we per groep voor een geschikt instrument. In 2012 zijn we gestart met saxofoon, maar inmiddels worden ook klarinetten, celli, ocarina’s en kazoos ingezet. Verder zetten Hein en ik soms Orffinstrumentarium in bij de opbouw van de lessen.

Uitleg zie eind van dit artikel.

Project (H)oorsax staat voor muziekles en is geen therapie. Wij zijn niet op de hoogte van de therapeutische doelen van de leerlingen en streven deze ook niet na. In de praktijk blijkt echter wel dat we door kind-volgend te werken de therapeutische doelen aanraken, met name op communicatief en sociaal-emotioneel vlak. Dit is echter geen doel van de muziekles maar een bijkomend effect.

Het hoofddoel van de lessen binnen het project is de leerlingen een muzikale/instrumentale ervaring te bieden en ze plezier te laten beleven met muziek maken. De ervaring en muziekbeleving staat voorop.

Lesplan

In het basislesplan begint elke doelgroep met de beleving van het instrument, meestal de saxofoon. Dat betekent dat Hein de saxofoon bespeelt en de leerlingen mogen luisteren, voelen en de toetsen bedienen.

De lessen daarna verlopen verschillend. Bij de lagere niveaus, dat wil zeggen het jonge kind of de leerlingen met een jongere ontwikkelingsleeftijd, richt de inhoud zich vooral op de beleving van maat en ritme, op dirigeren en op muzikaal spel. Bij de hogere niveaus, het oudere kind en de kinderen met een hoger ontwikkelingsniveau, maken we meer gebruik van een speelsysteem. Kinderen leren geen noten spelen binnen het project, maar zullen met het speelsysteem wel liedjes leren spelen of meespelen met backing tracks.

Op deze manier krijgen leerlingen al snel het gevoel dat zij onderdeel uitmaken van een band. Zowel de lagere als hogere niveaus maken in de lessen kennis met de kenmerken van muziek zoals sterk/zacht, snel/langzaam en hoog/laag.

Instrumentaal aanbod en ontwikkelingsgebieden

De criteria voor de instrumentkeuze bij de doelgroep speciaal onderwijs verschilt per klas. Voor de doelgroep dove en slechthorende kinderen is het in ieder geval belangrijk dat het instrument niet te zacht klinkt en dat de trillingen ervan goed voelbaar zijn.

Verder is de instrumentkeuze afhankelijk van de kalenderleeftijd of ontwikkelingsleeftijd. Over het algemeen gebruiken we klein instrumentarium voor de lagere niveaus. Dat betekent ritmestokjes, schudeitjes, ocarina’s en kazoos.

Deze lessen worden wel begeleid door een docent met een saxofoon.

De hogere niveaus (vanaf groep 3-4) kunnen kennismaken met saxofoon of klarinet, en de groepen 7 en 8 ook met de cello.

Ook voor hen

Allereerst leren de kinderen dat instrumentaal onderwijs ook voor hen is. Vaak wordt gezegd dat ze het niet kunnen. Binnen de school zijn medewerkers nog steeds verbaasd over de mogelijkheden en ook ouders en begeleiders thuis denken vaak niet dat dit weggelegd is voor hun kind.

Mirthe heeft het syndroom van Down en een gehoorbeperking. Ze is volledig geïntrigeerd door de
saxofoon, wil voelen, de knoppen bedienen en ook zelf spelen. De saxofoon mag mee naar huis. Haar ouders zijn verbaasd. Vader speelt al jaren saxofoon, maar het was nog nooit bij hem opgekomen om de saxofoon aan Mirthe te geven. De ouders dachten dat Mirthe dit niet leuk zou vinden, het niet zou kunnen horen of de saxofoon stuk zou maken. Trots spelen vader en dochter thuis samen gedurende het project.

Wat een kind verder leert, is heel wisselend en afhankelijk van het niveau en zijn persoonlijkheid. Het kan puur de ervaring van geluid en trilling zijn en het hebben van aandacht hiervoor. Een kind dat verder is in zijn ontwikkeling, kan leren een liedje te spelen waarin muzikale kenmerken luid, zacht, snel, langzaam, rusten, ritme en maat een onderdeel zijn.

Vele ontwikkelingsgebieden worden aangeraakt in het aanbod.

  • Hoorontwikkeling: detectie (aanwezigheid/afwezigheid van geluid?), discriminatie (hoor je hetzelfde of iets verschillends?), identificatie (wat betekent het geluid?)
  • Taalontwikkeling: actieve en passieve woordenschat, begrip van zinnen en instructies
  • Spraakontwikkeling: stimulatie mondmotoriek, intonatiepatronen (ritme en melodie)
  • Communicatieve ontwikkeling en creëren van communicatieve voorwaarden: oogcontact, beurtwisseling, leren wachten en leren luisteren naar en reageren op elkaar
  • Sociale vaardigheden: samenwerking, samenspel en sociale routines komen aan bod
  • Aandacht en concentratie
  • Zelfvertrouwen; durven dirigeren, jezelf durven laten horen in de groep

Mats is 11 jaar en heeft een taalontwikkelingsstoornis. Hij komt moeilijk uit zijn woorden, is daardoor vaak stil en durft niet te spreken in de groep. Wanneer Mats een dirigeerstokje krijgt, gaat er een wereld voor hem open. Hij ontdekt dat er een muzikale taal is waar hij geen woorden voor nodig heeft. Een taal waarbij hij zwaait, en met het stokje en zijn mimiek duidelijk kan maken wat hij bedoelt. Mats straalt, hij geeft met zijn klas als orkest een prachtig concert. Wij genieten mee.

Effecten op het kind

Tijdens het project zien we vooral blije reacties. Allereerst is instrumentaal onderwijs vaak nieuw voor de kinderen, wat maakt dat de verbazing groot is bij het horen en voelen van het eerste geluid van de saxofoon. Voor velen is het spectaculair. Het zelf vasthouden van een instrument is een totaal nieuwe ervaring. We zien leerlingen uit hun schulp kruipen.

Patrick is veertien jaar en doof/blind. Patrick heeft geen goede dag, hij heeft zich opgesloten in een hoek van het lokaal en maakt geen contact met de begeleiders. Op toenadering zoeken reageert hij zeer afwijzend en soms zelfs agressief. We laten hem de baritonsaxofoon en tuba horen en voelen. Hij grijpt de kelk stevig vast. Patrick raakt snel overprikkeld, maar we hebben de tijd. Langzaam geven we geluid en laten hem dit verwerken. Patrick begint te giechelen en geluid te maken. Met een lach op zijn gezicht maakt hij geluid waar Hein met tonen op de tuba op reageert. Er ontstaat een muzikaal gesprek tussen Hein en Patrick. Samen met de begeleiders kijk ik ademloos toe.

Er is nog geen onderzoek geweest naar het effect van de lessen, maar wij zien in de praktijk dat leerlingen vooruitgang boeken doordat we inmiddels meerdere keren op dezelfde scholen zijn geweest. Het project is bekend, de spanning is weg waardoor er meer mogelijkheden zijn om nieuwe informatie op te pikken.

We zien dat informatie over het bespelen van het instrument beklijft waardoor we verderop in het lesplan kunnen beginnen. Bij de lagere niveaus zien we dat leerlingen meer initiatief nemen binnen het project, zoals uit onderstaand voorbeeld blijkt.

Sven heeft al eerder meegedaan met project (H)oorsax. Hij is doof en heeft een cognitieve
beperking. Tijdens de eerste les is hij erg enthousiast en vertelt hij ons dat hij een optocht wil. Hij gebaart uitbundig hoe dat eruit moet zien. Iedereen in een lange rij, iedereen een saxofoon en hij natuurlijk voorop. We beloven hem om dat de laatste les te doen. De laatste les gebeurt wat is afgesproken. Sven voorop en zijn klassenfanfare erachter. Waarop de rest van het onderwijspersoneel kleine instrumenten grijpt en aansluit. Groot feest!

Na het project (H)oorsax

Als het project is afgelopen ligt het muziekonderwijs in de meeste gevallen stil. Er is vaak op de muziekschool in de buurt geen of te weinig expertise om les te geven aan deze doelgroep. Daarnaast is het voor veel kinderen niet mogelijk om op een andere locatie dan de school les te krijgen in verband met hun beperking (fysiek of veiligheid).

Project (H)oorsax heeft momenteel de capaciteit om jaarlijks terug te komen op een school. Stichting Kentalis heeft het project ook nog steeds opgenomen in de budgetten waardoor het voor alle Kentalis-scholen haalbaar is om deel te nemen. Dat betekent dat kinderen vanaf hun start op deze school jaarlijks kunnen deelnemen aan het project.

Een wens voor de toekomst is meer contacten leggen met plaatselijke muziekscholen en -docenten om deze kinderen gedurende de rest van het schooljaar ook muziekonderwijs te kunnen bieden. De leerlingen uit de doelgroep krijgen geen wekelijkse muziekles, zij moeten het hebben van die vier weken les door ons, viermaal dertig minuten per schooljaar. Ik gun het ze om wekelijks les te krijgen van een docent met expertise.

Om de buitenwereld te laten zien wat met muziek mogelijk is bij deze doelgroep, zijn in samenwerking met Kentalis in 2018 en 2019 video-opnamen gemaakt. De opnamen zijn inmiddels afgerond en de film is beschikbaar, op dit moment helaas nog alleen intern bij Kentalis omdat toestemmingen voor verdere verspreiding nog niet rond zijn. Daar wordt aan gewerkt.

Vertoningen aan het personeel binnen Kentalis leverde veel positieve reacties op, met als gevolg dat er meer projecten (H)oorsax in schooljaar 2019-2020 zijn gepland.

(Vervolg onder afbeelding)

Leerling voelt de trilling van het instrument en raakt geboeid.
Leerling voelt de trilling van het instrument en raakt geboeid.

Leren van werken met deze doelgroep

De doelgroep van het speciaal onderwijs leert je denken in mogelijkheden in plaats van in beperkingen. Door te kijken naar de kinderen kun je zien dat muziek maken en beleven niet hoeft te gaan om het lezen van bladmuziek en het stukje spelen. Er is zoveel meer dan dat. Een enkele toon geproduceerd door een docent kan al zoveel teweegbrengen in de belevingswereld van een
kind binnen het speciaal onderwijs.

Ook spelen met fysieke beperkingen biedt mogelijkheden. Kinderen die een saxofoon bespelen met een blokfluitmondstuk (door slappe mondmotoriek of schisis) maken niet hetzelfde geluid, maar participeren wel en maken daardoor ook muziek samen met hun groep. In enkele gevallen blaast de begeleider op de saxofoon en bespeelt het kind de toetsen waardoor het toch onderdeel wordt van de band.

Muziekdocenten leren klein kijken. Het is belangrijk heel goed te observeren wat er gebeurt. Zeker bij kinderen met een lager niveau kun je al inspelen op heel kleine reacties. Observeren van lichaamstaal en mimiek is belangrijk om kinderen goed te kunnen volgen. Dit is ook noodzakelijk om in contact te blijven.

Muziekdocenten leren wachten. Niet alles is wat het lijkt. Kinderen binnen het speciaal onderwijs hebben soms veel verwerkingstijd nodig. Dat betekent: niet te veel informatie geven in een keer, en afwachten wat er gebeurt als je iets aanbiedt. Een groep of een kind durven láten, zonder dat er ogenschijnlijk iets gebeurt.

Ook als kinderen niet kijken en niet betrokken lijken bij je aanbod, kunnen ze het leuk vinden of betrokken zijn.

Ami blijft tijdens de les achterin de ruimte staan met zijn rug naar de groep en geeft af en toe een schreeuw. We benoemen dat hij er is, geven hem een welkom in onze les en geven hem ook de beurt tijdens voelen van en luisteren naar de saxofoon. Ami blijft op zijn plek, maar kijkt uiteindelijk wel naar de les. Aan het eind van de les begint Ami ineens heel hard het lied te neuriën dat tijdens de les door Hein op de saxofoon is gespeeld.

Muziekdocenten leren te werken met plezier als hoofddoel. Als docenten zijn we opgeleid om te werken met lesplannen, kortetermijndoelen en langetermijndoelen die behaald en geëvalueerd moeten worden. Binnen project H)oorsax staat het plezier voorop. De verschillen in niveau en individu binnen het speciaal onderwijs zijn enorm, zelfs binnen een klas. Dat betekent dat je doelen en plannen moet durven loslaten en nog meer moet kunnen werken in het moment met wat zich aandient.

De eerste twee lessen werkten we met ritmestokjes. We tikten de puls van de muziek die werd gespeeld op de saxofoon. Het plan voor vandaag was om de kinderen daarnaast zelf een saxofoon te laten bespelen. Bo maakt echter driftige gebaren over een jurk. We begrijpen er in eerste instantie niets van. Hij gebaart blauw, haar, ijs en nog meer winterwoorden. Uiteindelijk snappen we dat hij een liedje bedoelt, uit Frozen met Elsa van Walt Disney. Of we dat even willen spelen? We zoeken het nummer snel op en spelen het mee op saxofoon. Bo gaat helemaal uit zijn dak, trommelt met zijn stokjes op een stoel, lacht, danst en zijn klasgenoten doen voluit met hem mee. De saxofoons mochten een weekje wachten.

Voor elke muziekdocent zou het goed zijn om meer te werken binnen het speciaal onderwijs. Natuurlijk is het persoonlijk en zal niet iedereen geschikt zijn om te werken met deze doelgroep. Er niet aan durven beginnen is echter een gemiste kans. Iedereen zal met open armen worden ontvangen door de doelgroep, kinderen slurpen je aanbod op en geven de blijdschap die zij ontvangen rechtstreeks aan je terug.

Project (H)oorsax

Project (H)oorsax is een project van Stichting Music Hall in samenwerking met de saxofoonworkshop en Logopedie Creatief. Uitvoerend docenten zijn Hein Pijnenburg (saxofoondocent) en Annemarieke Heeren (logopedist, saxofonist). Met subsidie van het Cultuur Participatie Fonds, de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind en het Innovatie Fonds Zorgverzekeraars is vanaf 2008 een saxofoonworkshop ontwikkeld voor kinderen met een auditieve en/of cognitieve beperking. Het project is in schooljaar 2011/2012 gestart na financiering door Stichting Kentalis en loopt nog steeds. De doelgroep bestaat uit kinderen met een auditieve, visuele en/of cognitieve beperking en kinderen met specifieke taalstoornissen.

Definitie ontwikkelniveaus
  • Hoog ontwikkelingsleeftijd vanaf 9 tot 12 jaar
  • Midden ontwikkelingsleeftijd vanaf 6 tot 9 jaar
  • Laag ontwikkelingsleeftijd vanaf 1 tot 6 jaar

De scholen delen de kinderen al naar niveau in, maar toch zijn de verschillen binnen een klas vaak nog groot. Dit heeft te maken met de mate van auditieve beperking, fysieke beperkingen en bijkomende problematiek zoals stoornissen autistisch spectrum. Dit binnen het kader van Definitie  Ontwikkelniveaus.

Annemarieke Heeren is logopedist en saxofonist. annemarieke@saxofoonworkshop.nl

Reacties

Reactie toevoegen

Lees ook

Interview
Kinderen met cochleair implantaat. Foto Shutterstock

Musicus/slagwerker en oud-muziekdocent Ruud Mourik gaf enkele jaren les aan dove en slechthorende kinderen. Ook zij beleven plezier aan muzieklessen en leren ervan. Hij zou graag met zo’n groep kinderen een optreden verzorgen bij het Kerstgala van Méér Muziek in de Klas.

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.