Deze ‘les’ is een projectbeschrijving voor de bovenbouw. Het is een samenvatting van het project dat Harco Rutgers in samenwerking met Marloes Bloemenkamp van 2012 tot en met 2015 uitvoerde.
In de originele vorm nam het een paar weken in beslag en werd het uitgevoerd met een kleine groep van maximaal vijftien kinderen uit de bovenbouw. In aangepaste vorm is het project ook uit te voeren met een hele schoolklas, binnen een kortere periode en binnen de muren van de school.
Actuele onderwerpen als ‘vakoverstijgend onderwijs’, ‘eigenaarschap’, ‘reflectie’ en ’21-eeuwse vaardigheden’ komen in het project allemaal aan de orde.
Het in mijn ogen belangrijkste aspect is dat kinderen complete autonomie hebben over het proces en dat het eindresultaat niet vaststaat. Daarnaast biedt dit project aanknopingspunten voor vakoverstijgend werken.
Tips
- Dag 1: Wetenschap en techniek: hoe zit het met geluid en geluidsgolven? Hoe komen deze tot stand? Kijktip: Klokhuis: hetklokhuis.nl/tv-uitzending/4075/Geluid
- Dag 2: Handvaardigheid: afhankelijk van de materialen die de leerlingen meenemen kun je een les geven over houtbewerking of een andere vorm van handvaardigheid die hier goed van pas komt. Hoe maak je bijvoorbeeld een klankkast die stevig in elkaar zit?
- Dag 3: Rekenen: zodra je verschillende vormen van muzieknotatie bespreekt, heb je het ook over rekenen. Hoe kun je zien hoe lang de noten duren ten opzichte van elkaar? Bespreek bij de meer traditionele vormen van notatie de link met breuken.
Dag 1: Wat is muziek
Voordat je kunt beginnen met muziek maken, moet je eerst weten wat het is. Welke ideeën hebben de kinderen hier zelf over? Welke definities van muziek bestaan er en hoe zijn ze tot stand gekomen? Is dit veranderd in de loop van de geschiedenis?
In het originele project kregen de kinderen een gastles van improvisator en instrumentenbouwer Jan Schellink en Daniel Hentschel, ook mondharpist en keelzanger. Hij gaf de kinderen een introductie over spelen vanuit je hart, zelf instrumenten bouwen en het samplen van geluid.
Nadat kinderen uiteenlopende voorbeelden hebben gezien van muziek op het grensvlak van klank en muziek, is het goed om terug te komen op de vooraf besproken definities van muziek. Zijn de ideeën hierover veranderd?
Zorg er na de introductie voor dat alle kinderen materiaal hebben waarmee ze kunnen experimenteren. Dit kan van alles zijn, van fietsen en emmers tot keukenattributen. Leerlingen gaan op zoek naar verschillende klanken.
Wat is geluid? Welke verschillende geluiden zijn er? Welk geluid past bij jou? Welke klank zoek je? Hoe zoek je een klank? Kun je objecten combineren om geluid te maken?
Geef ze kort de tijd om op zoek te gaan en presenteer de geluiden vervolgens aan elkaar. Terwijl de leerlingen naar elkaar luisteren kun je ze vragen om het bijzonderste geluid te onthouden. Vraag ze daarna welk geluid ze het origineelst vonden en hoe ze het geluid zouden beschrijven.
Voor de volgende keer nemen kinderen van huis materiaal mee. Geef de tip dat ze met een klein budget naar de Kringloopwinkel kunnen gaan. Restmaterialen kunnen gecombineerd worden met allerlei vulmaterialen zoals zand of kiezelstenen, elastieken kunnen als snaren worden gebruikt. Met het zelf meegebrachte materiaal bouwen ze een eigen instrument dat bij ze past.
Grensgebied tussen muziek en geluid
Het is januari 2020. Er staat een saxofonist op het kleine podium met een leeg waterflesje in het klankgat van de saxofoon. Naast hem een muzikant die vreemde geluiden uit zijn draaitafel tovert. Het kraakt en piept, het is spannend om naar te luisteren.
Ik ben geboeid, maar mijn zoon van vijf begint te huilen. Na een kwartier verlaat ik opgelaten het concertzaaltje. Ik wil mijn kinderen graag in aanraking brengen met allerlei soorten muziek en alles op het grensgebied tussen muziek en geluid, maar dit was net een stap te ver voor de jongste.
Ik stuur Harco Rutgers een berichtje. Hij is initiatiefnemer van het concert en eigenaar van De Perifeer, een platform voor muziek, kunst, performance en experiment. Hij vindt het leuk dat ik heb geprobeerd om mijn zoons van vijf en zeven mee te nemen naar het concert en stelt me gerust: er zijn ook veel volwássenen die niet goed weten wat ze hiermee aan moeten.
Toen zijn eigen kinderen op de basisschool zaten, heeft Harco een project bedacht en uitgevoerd op de school van zijn kinderen. Centraal stond de vraag: wat is muziek? Kinderen bouwden zelf muziekinstrumenten, bedachten een eigen notatiesysteem en gaven een concert in een echte concertzaal.
Harco stuurde me de uitwerking van het project en we overwogen samen eens iets te organiseren voor kinderen, maar daar kwam een pandemie tussen.
Het leek me interessant voor De Pyramide om de projectbeschrijving te delen, ter inspiratie voor je muziekprojecten in de bovenbouw, en wie weet is het ook interessant voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Dag 2: Maak je eigen geluid
De opdracht vandaag: Maak je eigen instrument met de voorwerpen die jij hebt meegenomen. Hoe maak je een instrument dat echt bij jou past? Welke klank vind jij mooi? Moet het instrument hard of zacht klinken? Houd je meer van melodieën of ben je iemand die een ritme wil kunnen spelen? Welke materialen spreken je aan? Grote grove vormen of wil je juist een klein subtiel instrument maken?
Je kunt van meerdere spullen één instrument maken. Hoe kun je zachte geluiden sterker laten klinken? Heeft jouw instrument een klankkast nodig? Past het instrument bij jou? Zowel qua klank als qua uiterlijk? Hoe ga je het bespelen?
Zorg voor voldoende lijm, scharen, papier, verf, touw, tape en tie wraps, en eventueel hamers, spijkers hout en elastiekjes. Optioneel kun je kinderen voordat ze aan de slag gaan een ontwerp op papier laten maken.
Er kunnen enorme verschillen zijn in de tijd die kinderen hiervoor nodig hebben. Help kinderen die langzaam werken bij het maken van keuzes. Hiervoor is het handig om wat basisprincipes paraat te hebben over klankkasten en het zelf maken van snaar-, slag- en blaasinstrumenten.
Stimuleer kinderen die snel klaar zijn om hun instrument verder te ontwikkelen. Je kunt deze kinderen ook laten nadenken over de esthetiek van het instrument: hoe kun je je instrument mooier maken zonder dat het klank verliest (verven doet bijvoorbeeld vaak iets met de klank)?
Dag 3: Hoe teken je muziek?
Vandaag bedenken de leerlingen een eigen notatiesysteem dat goed werkt voor hun zelfgemaakte instrument. Houd eerst een korte brainstorm over wat dat betekent. Er zijn veel manieren waarop muzikanten en geluidskunstenaars muziek kunnen opschrijven, en dat ook in de loop van de geschiedenis hebben gedaan.
Klik hier voor de powerpoint met verschillende voorbeelden van notatie
Laat de kinderen daarna de voorbeelden uit de powerpoint zien.
Stel vragen als: Wat is praktisch? Hoe kun je zien dat de notatie bij jouw instrument past? Zijn de leerlingen zich er bijvoorbeeld van bewust dat je met een kartonnen instrument of iets van massief hout vooral korte klanken zult kunnen maken? En hoe je dat dan in de notatie terug zou kunnen laten komen? Maakt het instrument bijvoorbeeld korte of lange klanken, en zie je dat terug in de notatie? Snappen andere kinderen ook wat je hebt opgeschreven?
Geef ze tijd om hun eigen notatievorm te ontwikkelen. De kinderen testen hun systeem door voor de klas te laten horen wat ze hebben genoteerd.
Ook bij deze opdracht hebben sommige kinderen meer tijd nodig dan andere. Voor sommige kinderen werkt het stimulerend om de focus te leggen op het systeem, voor anderen werkt het beter om vooral de beeldende kwaliteit centraal te stellen.
Daarna maken ze hun eigen speelbare schilderijen of tekeningen in hun eigen notatievorm. Kinderen presenteren hun composities op hun zelfgemaakte instrument aan elkaar in een stille en aandachtige omgeving.
Dag 4: Orkesten en compositie
Begin met een korte introductie, met tips over compositie en samen muziek maken, laat enkele voorbeelden van kleine orkesten en ensembles zien en bespreek die.
Stel vervolgens kleine groepen samen. Maximaal vijf kinderen vormen samen een orkest. Bepaal met de kinderen welke instrumenten goed samenklinken. Elk kind brengt zijn eigen klank en notatiesysteem in. Hoe kom je samen tot een goed klinkend resultaat waarbij iedereen zijn eigen rol heeft?
Geef de orkesten tijd om samen te oefenen. Zorg dat je meerdere ruimtes tot je beschikking hebt zodat kinderen rustig kunnen oefenen. Gebruik bijvoorbeeld de speelzaal of stuur ze met mooi weer naar buiten.
Zie het blok met 'Tips bij Dag 4: Orkesten en composities' hiernaast.
Dag 5: Composities en organisatie
Start de les met oefentijd. En las na ongeveer 15 minuten een tussenevaluatie in. Stel vragen:
- Mis je nog een geluid?
- Hoe kun je dat oplossen?
- Hoe kom je op?
- Hoe begin je?
- Hoe zie je eruit?
- Heb je nog tips voor de andere orkesten?
- Moet je nog iets regelen voor het optreden?
- Wat heb je nodig en waar moet je aan denken?
- Stoelen op tijd klaarzetten, instrument meenemen, partituur voor je neus, muziekstandaard?
- Hoe gedraag je je als artiest?
- Hoe presenteer je je als groep?
- Wie nodig je uit om te komen kijken?
Geef ruimte om de optredens te finetunen. Na deze dag zijn de composities definitief. Je kunt de kinderen een naam laten verzinnen voor hun orkest en hun compositie.
Tips bij Dag 4: Orkesten en compositie
- Probeer instrumenten zo te stemmen of te gebruiken dat ze mooi bij elkaar klinken;
- Stilte is een van de krachtigste wapens die je hebt in een compositie;
- Een compositie is een verhaal, breng de luisteraar van een begin naar een einde:
- Hoe begin je? Allemaal tegelijk, of bijvoorbeeld met één zachte melodielijn?
- Hoe bouw je de spanning op in het muziekstuk?Laat je stiltes vallen? Speel je allemaal in de maat of juist niet? Speel je ook een keer allemaal tegelijk? Hoe zorg je ervoor dat het stuk een duidelijk einde heeft?
- Je kunt gebruik maken van de spanning tussen compositie en improvisatie;
- Let op volume en geef alle instrumenten de ruimte om goed tot hun recht te komen;
- Het kan handig zijn om één instrument of persoon uit te kiezen om de maat aan te geven, zo klinkt de compositie meer als één geheel. Zonder dirigent zul je nog beter naar elkaar moeten luisteren;
- Door herhaling toe te passen, wordt geluid sneller ervaren als muziek;
- Zorg dat je goed, stil en aandachtig luistert naar elkaar en naar het geheel;
- Bespeel je instrument met plezier en vanuit je hart, maak het leuk voor jezelf en je groep.
Dag 6: Generale repetitie
Oefen de stukken nog eens goed. Neem ook de tijd om de wisselingen tussen de optredens vlekkeloos te laten verlopen. Zorg dat de leerlingen de volgorde van de optredens in hun hoofd hebben.
Besteed ook aandacht aan de rol van het publiek. Hoe kun je het optredende orkest het beste ondersteunen wanneer je zelf aan de kant zit? Het is lastig om aandacht op te brengen voor de optredens van de anderen, ook omdat je die al vaker hebt gezien. Maar je kunt de focus van het publiek leiden, door die aandacht op te brengen (of desnoods te faken) en in ieder geval geen storende factor te zijn tijdens optredens van anderen. Het is belangrijk dat kinderen dit goed begrijpen.
De generale repetitie is een concert op school aan medeleerlingen. Bespreek daarna wat goed ging en waar je nog extra op kunt letten bij het ‘echte’ concert.
Harco over de titel ‘Muziek Raken’
De titel ‘Muziek raken’ heb ik destijds bedacht omdat het klinkt als ‘muziek maken’, terwijl het tegelijkertijd aangeeft dat het in dit project om iets anders gaat. Het doel van het project is de eigen inventiviteit stimuleren om zo tot een soort van essentie van het begrip muziek (maken) door te dringen. Muziek te raken dus.
Dit betekent ook dat kinderen die al een instrument hebben leren bespelen, daar in dit project vrij weinig aan zullen hebben. Vaardigheden op bijvoorbeeld piano, gitaar of viool komen niet of nauwelijks van pas bij het gezamenlijk bespelen van en componeren voor je zelfgebouwde instrument en met je zelfbedachte notatiesysteem. Wat dat betreft begint iedereen dus op hetzelfde niveau.
Dit project was voor sommige kinderen daarom meteen ook een les in het bijstellen van verwachtingen, in samenwerken, en roeien met de riemen die je hebt. De opdrachten zijn breed en stimuleren niet alleen creativiteit op het gebied van muziek, maar ook het intellect, handvaardigheid, beeldend inzicht, organisatievaardigheden, et cetera.
Dag 7: Presentatie
Het is het leukste wanneer je een samenwerking kunt aangaan met een podium (bijvoorbeeld concertzaal of kerk) in de buurt, zodat je kinderen de ervaring kunt geven om buiten een schoolse omgeving een concert te geven. Dit biedt hen de ervaring van de ambiance van een echte zaal, en daarnaast kunnen ze leren over geluidstechniek en microfoongebruik.
Je kunt de leerlingen eventueel laten nadenken over rekwisieten, licht en de aankleding van de zaal. Regel dit ruim voordat het project van start gaat. Het wordt helemaal een spectaculaire ervaring als je aansluitend aan het concert van de kinderen een muziekgezelschap kunt vinden dat een optreden verzorgt. Het allermooist is het als het concert een duidelijke relatie heeft tot de werkwijze van de kinderen in dit project. Bij voorkeur met artiest(en) die zelfgebouwde instrumenten bespelen.
Doordat kinderen zelf op het podium hebben gestaan en hebben ervaren hoe het is om compleet ‘from scratch’ muziek te maken, zullen ze anders kijken naar muzikanten op een podium. Ze kunnen zich beter met hen identificeren doordat ze het artistieke proces van begin tot eind hebben doorgemaakt. Uit puur eigenbelang hoop ik het project na de pandemie uit kunnen voeren op de school van mijn eigen kinderen, zodat ik ze daarna met een gerust hart mee kan nemen naar de meest experimentele concerten.
Harco Rutgers is beeldend (geluids)kunstenaar en ontwerper met een eigen podium en platenlabel.
Marloes Bloemenkamp is specialist begaafdheid, projectleider Begaafd onderwijs en coördinator innovatie bij Sine Limite – samenwerkingsverband
passend onderwijs in Deventer.
Maite Roest is muziekdocent bij LIMAI Muziek in Deventer en redacteur van De Pyramide. Ze geeft o.a. trainingen aan leerkrachten en begeleidt schoolprojecten.