Het is voor mij als vakdocent vanzelfsprekend om vakken met elkaar te verbinden en te werken aan verschillende leerdoelen. Het boek ‘Wij gaan op berenjacht’ leent zich daar goed voor. Het is een klassieker die velen in hun jeugd hebben meegekregen. Waarschijnlijk door het te horen. Dit is één manier van iets tot je nemen. Ik had als kind graag verhalen en lesstof letterlijker beleefd. Ik ben die adhd-er die graag beweegt en een grote fantasie heeft, daarover schreef Merijn Rhebergen een sterke en herkenbare column in De Pyramide van januari 2025. De afgelopen 25 jaar waarin ik als vakdocent dansles geef, heb ik vele leerlingen meegenomen op berenjacht.
Steeds werden er voor mij binnen dit verhaal nieuwe leerdoelen zichtbaar. In eerste instantie mijn vakdoelen zoals werken met de danselementen tijd (snel, langzaam, plotseling), kracht (zwaar, licht) en ruimte (groot,klein, laag bij de grond, overal). Maar tegelijkertijd ook het ontwikkelen van taal door letterlijk zwieperdezwiep en struikeldestruik door het gras, via het water, in de modder, het woud, een sneeuwstorm en door de grot te gaan. Daarin voelde je aan den lijve de bewegingswoorden als sluipen, balanceren, alle kanten opgeblazen worden, ergens overheen en onderdoor gaan. De belevingswoorden als voorzichtig en spannend gaven meteen vorm aan de kwaliteit van bewegen en vertaalden een gevoel in een manier van bewegen.
Toen ik acht jaar geleden op het Conservatorium van Amsterdam en bij muziekcentrum Aslan aan Muziekdocenten in opleiding ging lesgeven, kon ik binnen de ‘berenjacht’ het doel van trainen van het muzikale gehoor toevoegen. Ik nam ze mee in een opdracht die ik vaak in het primair onderwijs geef. Voor elke situatie in het boek had ik een passend muziekstuk gekozen bij de manier van bewegen. Het werden ‘klassiekers’, deze wilde ik graag aan leerlingen in het po meegeven.
Om te checken of de studenten naast het bewegen ook naar de muziek hadden geluisterd, liet ik de muziekstukken in willekeurige volgorde horen. Ze konden op verschillende manieren aangeven of ze wisten welk stuk er bij welke situatie hoorde en waarom dit paste. Zoals de zware en langzame klanken van een sarabande bij de modder.
Ik vroeg de studenten om zelf muziekstukken te maken en muziek te verzamelen met minder voor de hand liggende toonsoorten en instrumenten. Zo kon ik via dit ene verhaal zowel po-leerlingen als pabostudenten als muziekdocenten
in opleiding op hun eigen manier uitdagen. Het is een avontuur waarop je eigenlijk nooit beren op de weg tegenkomt.