Europees klassiek bij jonge-kind-muziekactiviteiten

Auteur: 
Félice van der Sande
Foto's: 
Froukje Klop

Als muziekliefhebber maak ik in mijn lessen gebruik van allerlei muziek- genres, ook Europese klassieke muziek. Niet zo zeer omdat die mijn eigen voorkeur heeft – ik ben namelijk ook fervent hard-rockfan, en die muziek gebruik ik maar weinig voor het jonge kind – maar vanwege de kansrijke rol die klassieke muziek heeft voor jonge kinderen.

 

Diverse muziek aanbieden

Wanneer je kijkt naar de historie van de genoteerde en opgenomen muziek, dan hebben we het grofweg over een periode van zeshonderd jaar in onze geschiedenis met muziek waar we gebruik van kunnen maken. De populaire muziek van de afgelopen ruwweg honderd jaar wordt breder gedragen in onze maatschappij en leidt tot meer herkenning bij het horen ervan. Maar ook vele klassieke melodieën zijn opgenomen in het collectieve geheugen, vaak zonder de titel of componist van de muziek te kennen. Zeer jonge kinderen gaan deze bekende klassieke melodieën nog leren kennen via allerlei wegen zoals reclames, digitale middelen, games, et cetera. In Muziek op Schoot kun je hieraan bijdragen, maar je kunt ook minder bekende muziek aanbieden.

Het is goed om naast West-Europese klassieke muziek ook popmuziek en muziek vanuit de hele wereld aan te bieden. Dit biedt variatie voor de oren, verrijkt de muzikale kennis en vergroot het plezier in muziek, zowel voor volwassenen als kinderen. Het maakt deel uit van een aanpak waarin muzikale diversiteit het uitgangspunt is. In dit artikel gaan we alleen in op het gebruik van Europese klassieke muziek in de lessen met jonge kinderen.

Ontwikkelen van verwachtingspatroon

Ondanks dat het op het eerste gehoor heel overzichtelijk klinkt, zijn er altijd veel elementen in West-Europese klassieke muziek waar wat mee gebeurt, zeker ten opzichte van het kinderlied dat in de lessen aan bod komt. Bijvoorbeeld in veel muziek van Mozart. De structuren zijn vaak extreem overzichtelijk: een indeling in stukken van 8 of 16 maten en heldere melodielijnen. Die duidelijke indeling hebben jonge kinderen precies nodig: het helpt hen bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van een verwachtingspatroon, waardoor ze kunnen anticiperen op de muziek die komen gaat. De onverwachte elementen, zoals nét een ander accent, een voorhouding in de melodie – Mozart past dat veel toe in zijn muziek – of een speels element in klankkleur, maken een luisterend kind alert. Dit kunnen kinderen al van geboorte af aan ontcijferen, zo ontdekte Henkjan Honing in zijn onderzoeken (2009 en 2024) naar muzikaliteit bij baby’s. Daarnaast is deze muziek vaak verdeeld in lagen. Melodielijn, baslijn, tegenmelodie, begeleidingspartijen en ga zo maar door. Door telkens een van deze elementen als uitgangspunt te nemen in je spel, focust het luisterende kind zich daar op. Zo neem je het zeer jonge kind mee in de verschillende lijnen van de muziek en traint het kind de hersenen via deze speelse luisterhouding.

De ‘moderne’ Europese klassieke muziek, die van pakweg de afgelopen honderd jaar, wordt vaak gezien als ingewikkeld. Toch is juist deze muziek vaker dan je zou denken zeer passend om een activiteit mee uit te voeren voor (zeer) jonge kinderen. Zelfs de in de volksmond genoemde ‘piep-knor- muziek’ kan juist enorm fantasierijk werken. Volwassenen hebben vaak een associatie met filmmuziek.

Kort stuk of combinatie van activiteiten

Soms voelen muziekdocenten praktische bezwaren. Een herkenbaar probleem is vast dat veel Europese klassieke muziekstuk- ken erg lang duren om een activiteit bij  te doen. Er is echter zo ontzettend veel repertoire dat het de moeite loont om lang door te zoeken. Veel balletmuziek bestaat uit kortere delen, zoals Tsjaikovski’s Notenkrakersuite en de suites van Sjostakovitsj. In elke Europese klassieke muziekstijl zijn vormen te vinden met kortere stukken. Zit je dan vast aan Galops, Contredanses, Bourrees en Menuetten? Deze zijn wel lekker kort, maar er is zeker meer te vinden. Soms is er een pareltje van een deel van een symfonie of solo-concert te vinden dat echt maar twee minuten duurt. Ook zijn er stukken die heel netjes kunnen worden afgekapt na 1 à 2 minuten. Maar soms kun je een combinatie van activiteiten aanbieden op één muziekstuk, waardoor alles bij elkaar toch het gehele stuk kan klinken.

Van muziek naar activiteit

Voor we muziek en activiteiten gaan kiezen en uitwerken, is het goed om na te denken waarom je iets wilt aanbieden. Dit kan te maken hebben met de emotie van de muziek, de herkenbaarheid voor volwassenen, of met muzikale componenten waar je inspiratie van krijgt. Uitgangspunt is dat je altijd van muziek naar activiteit denkt, en niet andersom. Dit is omdat daar een grote valkuil ligt: zoek je muziek rondom luid/zacht, maar roept het bij kinderen een totaal andere reactie op, dan zal de activiteit niet aankomen. Om die reden luister je ‘open’ naar een muziekfragment, om te voelen wat het bij jou oproept. Deze intuïtie zit er zelden naast.

Live of met muziekdoosje

Naast het gebruikmaken van mooie opnamen, afgespeeld op apparatuur die de muziek goed weergeeft, is het live spelen van klassieke melodieën een waardevolle aanvulling. Een mooie klassieke melodie kan worden ingezet als luistermoment, maar zeker ook als begeleiding van een spelactiviteit. Denk aan het klappen of stappen. Wanneer je bij die activiteiten een bekende klassieke melodie live speelt op je eigen instrument, in plaats van dat je gebruikmaakt van een liedje, is dit net zo een prachtige activiteit. Het grote voordeel van zelf muziek maken is dat je kunt inspelen op de reacties van de kinderen: Gaan ze sneller of langzamer? Hoe is de sfeer?  Volwassenen gaan ook vaak mee- neuriën met zo’n bekende melodie,  wat ze overigens ook doen als je onbekende melodieën regelmatig herhaalt. Wanneer zang je hoofdinstrument is, gebruik je liederen of gezongen muziekstukken op dezelfde speelse wijze.

Voorbeelden van kinderliedjes die gearrangeerd zijn op basis van West-Europese klassieke muziek van onder anderen Bach, Mozart, Tsjaikovski en Guillaume de Machaut vind je bij het ensemble Krulmuziek, zie linkjes onderaan dit artikel.

Heb je een pling-plong (speeldoos met zelfgeknipte kaarten)? Maak dan ook kaarten van West-Europese klassieke muziekstukken. Het bekende menuet in G van Bach van de Efteling zet je dan wel in C, zodat het op de pling-plong past. Maar ook Lente uit ‘De vier jaargetijden’ van Vivaldi, het begin van de  Mondscheinsonate van Beethoven of een thema uit de Brandenburger- concerten kun je prima knippen,  zolang het maar in C staat of gezet kan worden en geen toevallige voortekens bevat. Op gehrelsmuziekeducatie.nl staan enkele scans van voorbeelden.

Er zijn daarnaast behoorlijk wat muziekdoosjes te koop met deuntjes uit bekende Europese klassieke muziek. Beluister ze wel even voor je ze koopt; sommige klinken heel onzuiver.

In deze editie van De Pyramide staat een Dreumes- en Peuterles van Félice van der Sande, waarbij zij gebruikmaakt van Europese klassieke muziek.

Félice van der Sande is docent aan de Muziek op Schoot docentenopleiding en geeft scholingen en workshops aan pedagogisch medewerkers i de kinderopvang vanuit Het Muziekkwartier. Daarnaast is zij liedjesschrijver en muzikant bij het ensemble Krulmuziek.

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.