Goed gestructureerde muziekles-methode verlaagt drempel voor leerkracht

Auteur: 
redactie
Foto's: 
Muziek & Meer digitaal
Verschenen in Pyramide: 

De auteur van de methode ‘Muziek & Meer digitaal’ Jennemieke Snijders heeft ruime ervaring opgedaan als vakleerkracht. Zij merkt dat groepsleerkrachten vaak bang zijn om te zingen, bang zijn om het ‘verkeerd’ te doen of gek over te komen. Als reden hiervoor voert ze aan dat veel leerkrachten nooit een stimulerend of positief rolmodel hebben gehad. Daarom besloot ze om zich om te scholen tot methodeontwikkelaar, zodat ze leerkrachten goed gereedschap in handen kon geven waarmee ze zich gesterkt zouden voelen. Muziek is een kwestie van dóen, werd haar motto, en ze nam zich voor om een krachtige, maar eenvoudige muziekmethode te ontwikkelen.

De methode Muziek & Meer is gebaseerd op haar kennis en ervaring als vakleerkracht, muzikant, en methodeontwikkelaar. Haar doel daarbij was het ontwikkelen van een laagdrempelige methode die aan de SLO-kerndoelen voldoet en waarmee elke groepsleerkracht zelf muziek kan geven. De methode omzeilt chronisch tijdgebrek, maar wil wel voldoen aan de kerndoelen en een doorgaande leerlijn waarborgen.

Leerlingmotivatie

Omdat leerkrachten niet altijd weten hoe ze hun leerlingen kunnen motiveren voor muziekles en daarnaast vaak lijden aan chronisch tijdgebrek én te weinig zelfvertrouwen als het gaat om muziekles geven, bedacht Jennemiek Snijders vijf plezierprincipes om deze drie knelpunten op te lossen:

  1. samen doen: leerlingen komen even los van de denkvakken en gaan lekker iets doen;
  2. vrij in gebruik: heb je weinig tijd, dan gebruik je één werkvorm (zie verder) als energizer, heb je meer tijd, dan gebruik je een paar werkvormen achter elkaar;
  3. direct aan de slag: de lesbeschrijvingen zijn ultra-kort, het materiaal staat kant en klaar bij elkaar;
  4. motivatietips: bij elke werkvorm is er een motivatietip gebaseerd op brein centraal leren (bclinstituut.nl), met als beoogd effect dat de leerlingen graag meedoen met de les;
  5. een feest voor alle zintuigen: er zijn liedjes, filmpjes, illustraties, voorleesverhalen en luisterfragmenten.

Leerkracht zelf laten doen

Jennemieke Snijders beschouwt het als haar missie om alle groepsleerkrachten van Nederland en België te inspireren en te motiveren om zélf muziekles te geven. Voor mij blijft daarbij toch enigszins de vraag of de leerkracht door het aanklikken van een opdracht of lied nu wél in staat is om de leerlingen te motiveren.

In de methode wordt gebruikgemaakt van negen werkvormen: samen spreken, samen zingen, samen spelen, luisteren, bewegen, ontdekken, creëren, presenteren en muziektaal. Per leerjaar zijn er 4 of 5 thema’s met daarin steeds 6 lessen. In iedere les komen verschillende werkvormen terug, waardoor de lessen afwisselend zijn. De lessen hoeven niet in een strikte volgorde te worden gegeven, behalve de lessen waarin muziektaal/notenleer aan de orde komt, omdat er bij deze lessen sprake is van een doorgaande leerlijn over meerdere jaren. De notenleer start in groep 5 en begint met halve noten en kwartnoten en de notennamen F, G en A. In de volgende jaren wordt dit verder uitgebouwd en vanaf groep 7 komt ook akkoordenleer aan bod.

De methode omvat naast instructies ook luisterfragmenten, werkbladen en speelstukken. Ook dynamische tekens en muzikale termen als staccato komen aanbod. Leerlingen zelf muziek laten creëren komt naar ons idee wat beperkt aan bod.

Het viel op dat er in de methode veel aandacht is voor allerlei cognitieve aspecten van de muziek. Voor de gemiddelde leerkracht zal dit misschien toch een drempel kunnen zijn. Zo komen er regelmatig luisteroefeningen betreffende toonhoogte aan bod, waar groepsleerkrachten misschien ook moeite mee hebben. Gelukkig staan de antwoorden wel in de handleiding. De leerkracht kan zelf de thema’s kiezen en heeft dus de mogelijkheid om te kiezen voor andere accenten.

Georiënteerd op Westerse cultuur

In Muziek & Meer digitaal wordt veel gebruikgemaakt van het bestaande liedrepertoire dat we kennen uit liedbundels zoals Eigen-wijs, Klankkleur, Kleuterdansen of Het grote liedjesboek. Voor leerkrachten zal de herkenning van het ‘bekende’ repertoire misschien helpen om hier makkelijker mee aan de slag te gaan.

Het (Europese) klassieke muziekrepertoire en de kennis over de ‘klassieke’ muziekinstrumenten staan centraal. In groep 7 komen de elektrische instrumenten aan bod en is er aandacht voor ‘Opa en oma popmuziek’. De luisteropdrachten zijn ook voor een groot deel met Europese klassieke muziekfragmenten. De methode heeft nauwelijks aandacht voor muziek uit andere culturen dan de Westerse.

Al met al is het een zeer gestructureerd opgezette methode die op een flexibele manier kan worden gebruikt voor het praktisch musiceren in de vorm van liederen zingen en speelstukken spelen. De methode zou verrijkt kunnen worden met meer aandacht voor lichte muziek en muziek uit andere culturen dan de Westerse.

Een muziekles geven uit deze methode is laagdrempelig in de zin dat het de groepsleerkracht inderdaad weinig voorbereidingstijd kost, maar het motiveren van de leerlingen zal hij/zij/ hen toch echt zelf moeten doen.

Titel Muziek & Meer digitaal
Auteur Jennemieke Snijders
Uitgever Tinksel Muziekcreatie
URL muziekenmeer-digitaal.nl
Licentiekosten € 2,75 per leerling per jaar (incl. BTW en auteursrechten).

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.